donderdag 14 april 2011
Tweede editie: 9 juni
De tweede avond van Broedplaats Proza zal plaatsvinden op donderdagavond 9 juni in De Cultkelder, Oudegracht a/d Werf 105, Utrecht. Deelnemers dienen ditmaal een (fictief) verhaal van maximaal 1250 woorden te schrijven rond het thema WRAAK. Deze bijdrage moet vóór 19 mei worden toegezonden aan broedplaatsproza@gmail.com. De jury zal vervolgens een selectie maken uit het toegestuurde materiaal. De beste inzendingen worden uiteindelijk op 9 juni besproken, waarbij ook publiek welkom is (vanaf 20.00 uur).
Welkomstwoord bij de eerste editie
Er wordt heel wat afgebroed in Nederland. Volgens betrouwbare bronnen zitten maar liefst 1 miljoen landgenoten boven op een potentiële bestseller. Ze koesteren de vurige hoop dat hun broedsel straks door een wereldwijd publiek zal worden bewonderd. Jazeker, illusies zijn ons dagelijks brood!
Over het schrijverschap bestaan inderdaad tal van misverstanden. Zo denken de meeste mensen bijvoorbeeld dat een publicerende schrijver naar het Boekenbal mag om daar de Groten der Aarde te ontmoeten. Helaas, hoewel ikzelf en ook mede-jurylid Gert den Toom allebei bij gerenommeerde literaire uitgevers zitten, waren wij afgelopen dinsdagavond niet uitgenodigd. De onthutsende werkelijkheid namelijk is dat op het Boekenbal eerder bibliotheekmedewerkers, telefonistes van uitgeverijen, vertegenwoordigers, soapies, lokale politici en tv-mannetjes te zien zijn dan schrijversvolk. Oké, gelukkig was ons derde jurylid, Geneviève Waldmann, wel van de partij in de Amsterdamse stadsschouwburg. Want de uitgevers, de beheerders van de prullenbakken waarin dagelijks duizenden ongevraagde manuscripten verdwijnen, (zij) zijn zeer welkom op het Boekenbal, naast natuurlijk de auteurs die zich, anders dan Gert en ik, wél slim in de markt hebben gezet, Kluun, Koch, Heleen van Royen en andere culturele ondernemers.
Nee, beste aanwezigen, ik wil hier niet een persoonlijke frustratie ventileren. Ik wil alleen maar zeggen: het schrijverschap leidt hoogst zelden tot een begerenswaardige status. Publicatie van je diepste zielenroerselen levert bijna nooit een toegangskaartje op tot het Walhalla. Schrijver zijn is ploeteren in de marge, vechten tegen de anonimiteit, tijdens feestjes geconfronteerd worden met vernederende vragen als ‘O, schrijf je boeken, hoe heet je dan?’ en ‘Hoe kan het dat ik nog nooit van je gehoord heb, ik lees toch best veel, hoor’.
Een ander wijd verbreid misverstand is dat het schrijven van proza een tamelijk simpele bezigheid is, zoiets als autorijden. In de praktijk blijkt het scheppen van boeiend proza slechts voor zeer weinigen weggelegd. Weliswaar beginnen de laatste jaren ook in Nederland de schrijfcursussen op grote schaal wortel te schieten, maar veel duizelingwekkende romans zijn hier nog niet uit voortgekomen.
Desalniettemin kent Nederland nog genoeg echte schrijftalenten, die erom schreeuwen ontdekt te worden. Vandaar ook dat Broedplaats Proza in het leven is geroepen. Hier in de cultkelder van Mariangela, waar het elke week gonst en borrelt van de creatieve activiteiten, willen wij die begenadigde prozaïsten kunnen signaleren en stimuleren, enthousiasmeren en instrueren. Ook zullen wij er af en toe niet voor terugdeinzen de deelnemers streng toe te spreken, hetgeen overigens niet betekent dat wij ons als een Idols-jury zullen gedragen. Afzeiken behoort niet tot ons takenpakket, daar voelen wij ons boven verheven.
Laat ik u trouwens even snel de juryleden voorstellen. Ten eerste Geneviève Waldmann, de enige vrouw in de jury, die echter voor drie telt omdat zij aan het roer staat van drie uitgeefhuizen: De Fontein Tirion, Kosmos en Lifestyle VBK Media. Zij staat ook in de deze week door HP/De Tijd bekendgemaakte top-veertig van mensen die het momenteel voor het zeggen hebben in boekenland. Voorwaar, geen kleine speler, en toch is zij niet te beroerd om tijd vrij te maken voor aspirant-prozaïsten. Geneviève is trouwens ook voorzitter van de SLAU, die hier in Utrecht tal van literaire activiteiten organiseert.
Naast deze grande dame van de Nederlandse uitgeefwereld hebben we nog romancier en blogbeul Gert den Toom. Aangezien Gert een bescheiden jongen én een verstokte perfectionist is, zijn er nog maar twee romans van hem verschenen, de laatste alweer zes jaar geleden. Gelukkig hoeft de wereld niet verstoken te blijven van Gerts sprankelende pennenvruchten, want op zijn blog Polaroid van de Dag is vrijwel dagelijks een prachtige observatie of filosofische overpeinzing te lezen.
Minder kieskeurig dan Gert is het derde jurylid, zijnde mijzelf, Peter Drehmanns. Ik heb inmiddels bij vier verschillende uitgeverijen zeven romans en een verhalenbundel gepubliceerd. IJs, weder en commercie dienende hoop ik daar dit jaar nog een dichtbundel en een roman aan toe te voegen. Daarnaast is het misschien nog relevant om te vertellen dat ik jarenlang voor NRC Handelsblad freelance recensent van buitenlandse literatuur ben geweest.
Hiermee denk ik u genoegzaam geïnformeerd te hebben over uw strenge doch menselijke rechters. Tot slot nog een opmerking over hen die vanavond voor het voetlicht zullen treden, de kersverse kandidaten van Broedplaats Proza. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat het aantal inzendingen enigszins tegenviel. Gelet op het duizelingwekkend grote aantal aspirant-schrijvers in NL hadden wij een overstelpende hoeveelheid teksten verwacht, waaruit de jury een paar prozapareltjes zou filteren. De werkelijkheid bleek minder toeschietelijk te zijn. Uiteindelijk hebben wij slechts vijf inzendingen ontvangen, die hier vanavond allemaal beoordeeld zullen worden. De diversiteit daarvan is in ieder geval zeer verfrissend. We hebben een verhaal over een uit de hand gelopen brand, we hebben een breed uitwaaierende melancholieke mijmering over vergankelijkheid, we hebben een absurdistische vertelling over een gedesillusioneerde duivenmelker, een beknopt verslag van een man die met zijn sigarettenverslaving worstelt, en ook nog een miniatuurdrama van een kledingverkoopster. Ook het taalgebruik van deze vijf verhalen vertoont een breed palet: van een kaal parlando tot en met een barokke, bloemrijke stijl.
Er valt dus genoeg te bespreken vanavond.
Over het schrijverschap bestaan inderdaad tal van misverstanden. Zo denken de meeste mensen bijvoorbeeld dat een publicerende schrijver naar het Boekenbal mag om daar de Groten der Aarde te ontmoeten. Helaas, hoewel ikzelf en ook mede-jurylid Gert den Toom allebei bij gerenommeerde literaire uitgevers zitten, waren wij afgelopen dinsdagavond niet uitgenodigd. De onthutsende werkelijkheid namelijk is dat op het Boekenbal eerder bibliotheekmedewerkers, telefonistes van uitgeverijen, vertegenwoordigers, soapies, lokale politici en tv-mannetjes te zien zijn dan schrijversvolk. Oké, gelukkig was ons derde jurylid, Geneviève Waldmann, wel van de partij in de Amsterdamse stadsschouwburg. Want de uitgevers, de beheerders van de prullenbakken waarin dagelijks duizenden ongevraagde manuscripten verdwijnen, (zij) zijn zeer welkom op het Boekenbal, naast natuurlijk de auteurs die zich, anders dan Gert en ik, wél slim in de markt hebben gezet, Kluun, Koch, Heleen van Royen en andere culturele ondernemers.
Nee, beste aanwezigen, ik wil hier niet een persoonlijke frustratie ventileren. Ik wil alleen maar zeggen: het schrijverschap leidt hoogst zelden tot een begerenswaardige status. Publicatie van je diepste zielenroerselen levert bijna nooit een toegangskaartje op tot het Walhalla. Schrijver zijn is ploeteren in de marge, vechten tegen de anonimiteit, tijdens feestjes geconfronteerd worden met vernederende vragen als ‘O, schrijf je boeken, hoe heet je dan?’ en ‘Hoe kan het dat ik nog nooit van je gehoord heb, ik lees toch best veel, hoor’.
Een ander wijd verbreid misverstand is dat het schrijven van proza een tamelijk simpele bezigheid is, zoiets als autorijden. In de praktijk blijkt het scheppen van boeiend proza slechts voor zeer weinigen weggelegd. Weliswaar beginnen de laatste jaren ook in Nederland de schrijfcursussen op grote schaal wortel te schieten, maar veel duizelingwekkende romans zijn hier nog niet uit voortgekomen.
Desalniettemin kent Nederland nog genoeg echte schrijftalenten, die erom schreeuwen ontdekt te worden. Vandaar ook dat Broedplaats Proza in het leven is geroepen. Hier in de cultkelder van Mariangela, waar het elke week gonst en borrelt van de creatieve activiteiten, willen wij die begenadigde prozaïsten kunnen signaleren en stimuleren, enthousiasmeren en instrueren. Ook zullen wij er af en toe niet voor terugdeinzen de deelnemers streng toe te spreken, hetgeen overigens niet betekent dat wij ons als een Idols-jury zullen gedragen. Afzeiken behoort niet tot ons takenpakket, daar voelen wij ons boven verheven.
Laat ik u trouwens even snel de juryleden voorstellen. Ten eerste Geneviève Waldmann, de enige vrouw in de jury, die echter voor drie telt omdat zij aan het roer staat van drie uitgeefhuizen: De Fontein Tirion, Kosmos en Lifestyle VBK Media. Zij staat ook in de deze week door HP/De Tijd bekendgemaakte top-veertig van mensen die het momenteel voor het zeggen hebben in boekenland. Voorwaar, geen kleine speler, en toch is zij niet te beroerd om tijd vrij te maken voor aspirant-prozaïsten. Geneviève is trouwens ook voorzitter van de SLAU, die hier in Utrecht tal van literaire activiteiten organiseert.
Naast deze grande dame van de Nederlandse uitgeefwereld hebben we nog romancier en blogbeul Gert den Toom. Aangezien Gert een bescheiden jongen én een verstokte perfectionist is, zijn er nog maar twee romans van hem verschenen, de laatste alweer zes jaar geleden. Gelukkig hoeft de wereld niet verstoken te blijven van Gerts sprankelende pennenvruchten, want op zijn blog Polaroid van de Dag is vrijwel dagelijks een prachtige observatie of filosofische overpeinzing te lezen.
Minder kieskeurig dan Gert is het derde jurylid, zijnde mijzelf, Peter Drehmanns. Ik heb inmiddels bij vier verschillende uitgeverijen zeven romans en een verhalenbundel gepubliceerd. IJs, weder en commercie dienende hoop ik daar dit jaar nog een dichtbundel en een roman aan toe te voegen. Daarnaast is het misschien nog relevant om te vertellen dat ik jarenlang voor NRC Handelsblad freelance recensent van buitenlandse literatuur ben geweest.
Hiermee denk ik u genoegzaam geïnformeerd te hebben over uw strenge doch menselijke rechters. Tot slot nog een opmerking over hen die vanavond voor het voetlicht zullen treden, de kersverse kandidaten van Broedplaats Proza. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat het aantal inzendingen enigszins tegenviel. Gelet op het duizelingwekkend grote aantal aspirant-schrijvers in NL hadden wij een overstelpende hoeveelheid teksten verwacht, waaruit de jury een paar prozapareltjes zou filteren. De werkelijkheid bleek minder toeschietelijk te zijn. Uiteindelijk hebben wij slechts vijf inzendingen ontvangen, die hier vanavond allemaal beoordeeld zullen worden. De diversiteit daarvan is in ieder geval zeer verfrissend. We hebben een verhaal over een uit de hand gelopen brand, we hebben een breed uitwaaierende melancholieke mijmering over vergankelijkheid, we hebben een absurdistische vertelling over een gedesillusioneerde duivenmelker, een beknopt verslag van een man die met zijn sigarettenverslaving worstelt, en ook nog een miniatuurdrama van een kledingverkoopster. Ook het taalgebruik van deze vijf verhalen vertoont een breed palet: van een kaal parlando tot en met een barokke, bloemrijke stijl.
Er valt dus genoeg te bespreken vanavond.
Abonneren op:
Posts (Atom)